Hesta
In de gelagkamer was deze jacht
volop aan de gang. Daaraan gingen zij deelnemen, Zij voorop en in haar kielzog
haar vriendin Estrice, beiden getraind in het eerlijk
delen van een buit. Ze kon fanatiek jagen, had incidenteel die behoefte er even
een te nuttigen. Maar dan wel een echte, waarop dit ruige oord zo prettig
selecteerde. Was ze in zo’n stemming dan straalde ze dit kennelijk uit en
scoorde ze makkelijk. Met haar was het dan ook leuk lucratief jagen.
Toch kon ze ook vraagtekens zetten
bij deze fenomeen. Deze jacht berustte nog steeds op een antiek driftleven, eens
nodig voor hun voortplanting. Een methode inmiddels technisch verouderd en
vervangen door een die hun selectie meer tot z’n recht deed komen. Daardoor
resulteerden deze gevoelens nu vooral in het consumeren van mannen. Die zich
vanuit hun aanleg zich daartoe nog steeds willig leenden. Eens, zij nog dominant
en de rollen omgekeerd, waren zij vrouwen er vooral voor hun lustleven. Maar
toen al raakte deze drift los van z’n primaire doel en was seks mede commercie
met vrouwen in de etalage. Nu vonden zij een leuke markt voor bijverdiensten in
vrouwen die het jagen slecht af ging. Van nature focusten mannen graag op jong
en een beetje onnozel, terwijl zelfs kinderen niet veilig voor ze waren. Oudere, zelfstandige en hoger opgeleide
vrouwen kwamen daardoor slecht tot scoren. Die konden dit driftleven beter
missen of richten op de eigen soort. Estrice kon ook
mateloos van haar te genieten. De huidige selecties speelden hier dan ook steeds
meer op in. De waardigheid van beide partijen zou immers gediend zijn met het
afsterven van dit instinct. Estrice meende het op
filters al waar te nemen. Daarmee zou dan wel heel veel leuks uit hun samenzijn
met mannen verdwijnen, waren die ook niet meer nodig. En ook dat had ze gezien.
Voor vrouwen als zij geen prettig perspectief. Haar soort was dan ook gedoemd
tot uitsterven.
Ongetwijfeld had ze deze aanleg
van haar moeder. Ook die had de man geregeld nodig gehad. En ook zij werd dan
zo’n onweerstaanbaar prooidier, dat eenmaal op hun netvlies, doorgloeide in al
hun zinnen en dan als mogelijkheid beslist moest. Daardoor had haar moeder wel
geregeld last van plakkers, mannen die vanuit prehistorische ideeën gingen
dagdromen over een heel leven met alleen haar. Jongeren, voor het eerst
hormonaal verliefdheid, konden oprecht lijden dit syndroom. Binnen de huidige
overdaad van vrouwen waren ze met hun drift tot continu scoren daar meestal snel
overheen. Jonge meiden die dat instinct misten, nog wilden geloven in eeuwige
liefde, hadden vaak een moeilijk te proces te belijden. Ook haar eerste ervaring
met een man was een harde maar nuttige les geweest.
Als kind groeide ze op in een
noordelijke wijk van het Haagse Rif gelegen aan het Spaarndammer Spuigat. Al struinend langs de stranden had ze
leren genieten van de heerlijke verlatenheid van deze nog net riant bewoonbare
uithoek. ’s Zomers dwaalde ze graag over de platen van het verdronken land van
Amsterdam als eb die liet droogvallen. Vooral na een les met haar schoolklas
zoeken naar fossielen, door rivieren ergens in het oosten opgespit en hier
gedeponeerd, en hoe spannend het was om te analyseren uit welke periode die
voorwerpen stamden en waarvoor ze eens hadden gediend. Dit resulteerde in haar
jaloezie op de zomerwolken die als grote knuffeldieren traag op de wind dreven
naar die mystieke verten waaruit die vondsten kwamen. Deze lessen waren het
begin van een almaar groeiend verlangen daar zelf eens rond te
trekken.
Haar geboorteplaats maakte haar
vertrouwd en een met de ruige natuur van het noorden. ’s Winters trotseerde
ze de koude noordooster om te kijken en te luisteren naar het geweld van
ijsvelden die getijden tot schotsen braken en meters hoog de stranden en duinen
op kruiden, en leerde ze daaroverheen een veilige weg zoeken. Daarbij te veel
alleen gelaten had ze zich daarin zelf moeten onderwijzen en dat steeds
wonderwel weten te overleven. Zo wist ze dat je in voorjaar hoog op de duinen
moest blijven en ver van het geweld van de kolkende alles meesleurende
watermassa’s die zich dan door het spui een weg vochten naar de Noordzee om die
verder te vullen met verraderlijke banken van grind, zand en slib. In de zomer
daarop zwervend had ze ervaren hoe tussen die platen in diepe geulen sluipend
water loerde om bij wassend water onvoorspelbaar en snel alles daarop in te
sluiten en weg te spoelen, en dat het dan op slikken en drijfzand moeilijk
vluchten was. Met veel geluk was ze vertrouwd geraakt met al deze listen en
grillen van deze haar steeds meer boeiende natuur. Tijdens hun vakantie was zij
haar vriendin dan ook verre de baas in het onderkennen van gevaren en
hindernissen. Als vanzelf zag zij wat mogelijk was en hoe, en genoot ze daarvan,
en mocht ze anderen daarin laten delen met verhalen.
Haar moeder hield van
zelfstandigheid, lekker op zichzelf zijn. Daarom had zij gekozen voor die barre
uithoek op het Haf met z’n wadden en zee met hier en daar wat buren om naar te
zwaaien. De gebruikelijke vorm van samenleven in nesten met andere vrouwen was
haar te intiem. Al jong financieel onafhankelijk kon ze zich deze plek makkelijk
permitteren. Maar erfelijk belast met incidenteel die roze hartstocht moest ze
wel geregeld even haar netwerken benutten om wat te
organiseren.
Hun nederzetting was het eindpunt
van de tramlijn op nog antieke rails van en naar het Haagse, het enig stedelijke
op het Rif, levensvatbaar gebleven door de aansluiting op de baan door een
postantieke milieutunnel onder het Duitse Front. Vier keer per dag rammelde deze
tram af en aan over enkel spoor door de duinen en langs de woonoorden van het
Haagse Rif. Bij aankomst zich meldend met getingel, kwamen de kinderen graag
kijken welke zwervers die aanvoerde, om te raden voor wie, of om ze naar een
verkeerd adres te lokken en daar te laten verleiden. Niet zelden was er een voor
haar moeder. Hesta moest die gast dan uitlaten als
haar moeder alleen wilde zijn. Ze geraffineerd daartoe uidagend mocht ze dan
onder hun hoede op de braaf lijkende banken voor de kust. Tot deze gidsen
merkten dat die helemaal niet zo onschuldig waren, snel begrepen wie hier thuis
was en ze om te overleven de leiding graag aan haar over lieten. Zo had ze van
mannen leren genieten, ze weten te temmen, pochte ze graag. Maar op deze tochten
hoorde zij ze eveneens uit over de wereld waaruit ze kwamen en die zij nog niet
kende. Vooral als ze konden verhalen over dat oosten met z’n eindeloosheid van
achter elke heuvel steeds weer nieuwe einders, over steppen met wilde dieren en
weidse meren. En met overal sporen van die vergane wereld die ze kende van die
fossiellessen. Dan wist ze dat ze daar ook eens wilde zwerven om te wroeten in
die restanten van dat spannend voltooid verleden. Het verstedelijkte zuiden met
z’n fraai saaie metroparklandschappen kende wel van reizen met haar moeder naar
families en vrienden. Het daar almaar druk en speels met elkaar doende zijn van
voor haar snel te veel mensen lag haar niet. Ze had een scherpe kijk op mensen
en selecteerde op interessante relaties, spannende situaties en uitdagende
landen. Daarin moest je investeren, zei ze. En anders maar
niet.
Eén van haar moeders vaste
bezoekers kwam elk jaar voor enige weken. Hij opteerde voor haar vaderschap.
Haar moeder waardeerde zijn komst nauwelijks maar kon die kennelijk moeilijk
weigeren. Een man met een overdreven gevoel voor familiezin, dat hij mede
baseerde op zijn wortelen in verre verledens. Daarbij goochelde hij met
familienamen en stambodem tot op iets fictief voornaams in postpre-antieke tijden. Bij de selectie had haar moeder deze
obsessie voor dat wortelen afgedaan als gebruikelijk mannelijk bravoure. Later
ervoer ze dat hij haar had geselecteerd op haar BB-aanleg, en was hij haar daarmee gaan vervelen. Met
verhalen over hoe belangrijk blond en blank eens waren geweest, en hoe tragisch
het was dat dit BB in de huidige smeltkroes van rassen was versmolten met al die
andere tinten. Maar dat het heel goed was terug te mendelen. Ook hij was vrijwel
puur BB, had hij uitgezocht. Had ze van die afwijking toen geweten dan had ze
zeker voor haar dochter het anonieme circuit gekozen. Nu zat ze vast aan de
voorwaarde gesteld voor zijn levering, dat hij mede zijn dochter mocht opvoeden.
Waarschijnlijk om met haar verder te kunnen mendelen.
Hesta moest
hem leren kennen en ondergaan en kreeg al opgroeiend een steeds grotere hekel
aan hem. Op afstand en foto’s oogde hij redelijk goed, maar in de omgang pakte
hij fatterig, verwend en heel vervelend zeurderig uit. Ze kon ook nauwelijks
iets met hem beleven gezien zijn gebrek aan condities, het gevolg van zijn te
uitbundige levensstijl. Ter verlichting van zijn rituele bezoeken organiseerde
ze even interesse in hem van anderen in de wijk. Met zijn uiterlijk en ego liet
dat zich gemakkelijk realiseren en waren ze zo geregeld even van hem
verlost.
Voor het uitoefenen van zijn gezag
over zijn BB-nageslacht, en dat was volgens zijn
verhalen omvangrijk, inspecteerde hij dat volgens een vast schema. Een keer per
jaar moest Hesta ruim een maand gedogen door deze man
te worden ondervraagd en gekapitteld. Nogal vrij gelaten door haar moeder werd
dat steeds meer een bezoeking. Vijftien geworden besloot ze maatregelen te
nemen. Op een fraaie windstille warme zomerdag kreeg ze hem in voor wat flaneren
langs het strand. Daar lokte ze hem de banken op de in de verte vriendelijk
ruisende zee tegemoet. Die lag die dag klaar met een springvloed. Ze wist waar
het zand bij vloed veranderde in drijfzand, dat het verleidelijk glanzend lokte
tot almaar verder, hij het weer eens beter zou willen weten en zij hem niet
wijzer zou maken. Haar plan om hem zo voorgoed te laten verdwijnen lukte net
niet. Toen hij drijfnat en doodop na zijn ontsnapping uit deze val de diepe
teleurstelling in haar ogen peilde, had ze toch haar doel bereikt. Deze
verdorven loot aan zijn stam was zijn edel werk niet waard. Diezelfde dag nog
vertrok hij om nooit meer terug te komen. Van zijn kant van de familie vernam ze
daarna niets meer. Tevens hadden daarmee mannen voor haar
afgedaan.
Voorlopig, want die instelling
veranderde toen ze vrouw werd, ontdekte waarom haar moeder ze zo nodig moest en
merkte dat ze die felle genen van haar had geërfd. Als een bloem voelde ze zich
willoos voor deze hunkering openen en verlangend uitzien op wat volgens verhalen
ze van het andere geslacht mocht verwachten. Vrouwen hadden het maar al te graag
over de geneugten van hun veroveringen. Tevens ontdekte ze dat al net zo
verleidelijk lokkend was als haar moeder. De eerste die voor haar bezweek was
een reguliere gast, door haar moeder het stuk genoemd, een jongere oudere,
voortdurend uit op de zoveelste leg, behept met een nogal filosofische inslag,
op den duur wel wat te breedsprakig, maar met steeds iets van intellectuele
charme. Je kon met hem lachen, je laten verrassen, de man in z’n betere
uitvoering leren ontdekken. Tevens was hij goed in waarvoor hij genood
werd.
Haar ontluiken maakte hem
overrompelend. Eerst sloeg haar moeder deze zo plotselinge inslag van zijn
mannelijk op haar kind met verontrusting gade. Zij voorzag meteen het einde van
haar zorgelijke jeugd. Maar begreep dat van nu af aan dat dwingende instinct
geregeld zijn tol van haar zou opeisen. Ze wist ook dat dit fenomeen niet was af
te wenden en dat haar dochter het daarom maar zo snel mogelijk moest zien te
beheersen. Onverbiddelijk zou het deel gaan uitmaken van haar verdere leven.
Toen ze haar gelegenheidsvrijer eveneens gevangen zag door dit pril vrouwelijk
besliste ze dat haar dochter daarmee maar moest beginnen. Of hij zo vriendelijk
was te blijven als oppas voor haar dochter, ze moest plotseling even weg. Bij
haar terugkomst zag ze dat hij Hesta tot in alle
details het beoogde had bijgebracht. Maar tevens dat beiden een ernstige
psychose hadden opgelopen. De ontmoeting met puur jeugd had hem elk gevoel voor
realiteit doen verliezen. Hij begon te zeveren over oude culturen gebaseerd op
vaste families met een schare van vrouwen en kinderen onder de hoede van een
superieure stamheer. En tot haar stomme verbazing had hij haar toch wel
eigengereide dochter daarmee weten te indoctrineren. Twee avonden en nachten
lang probeerde hij ze te begeesteren voor zijn visie op zo’n schare met als
start deze moeder en haar dochter, en vervolgens wat hij verder vanuit zijn
zwerversbestaan wist te strikken voor zijn harem. Hesta, voor het eerst willoos verliefd, kreeg hij daarbij
gemakkelijk mee in dit waanwensen. Deze psychose had haar filter beneveld met
een dikke mist waardoor zij hem alleen nog in roze zag. Ook dat kende ze nog van
heel vroeger. Met een simpel nee en ophoepelen kon ze haar dochter verliezen.
Beter dus haar dit edele verleden zelf te laten beleven. Laat ze zijn bedenksel
maar in de praktijk brengen, besliste ze.
In zijn gezinsideaal was sprake
van een huismens, liet ze hem zelf concluderen. Met zij vrouwen kostwinner werd
dat dus zijn positie. Een hoogst verantwoordelijke functie van waaruit hij ook
al zijn doelen kon realiseren. Als doordenker bij uitstek wist hij immers bij
uitstek wat goed was voor zijn harem. Zij hadden hun bezigheden, zij de zorg
voor hun inkomen en Hesta haar studie. Zijn loon werd
kost, inwoning en zakgeld, de gebruikelijke beloning voor mannelijk presteren.
En nog veel belangrijker, de mogelijkheid zijn idealen waar te maken. Was dat
niet de echte waardering?
Twee weken ging hij er fors tegen
aan vanuit de overtuiging dat hier alles toe was aan een dringende schoonmaak en
radicaal heel anders moest. Alleen, zijn ijver was nog niet in balans met de
daarvoor benodigde expertise. Met als gevolg nog al wat gestuntel, schade en
onrust, en daarmee ergernis en commentaar van Hesta.
Die kreeg al snel door hoe drastisch hij hun behaaglijke wanorde wilde
verstoren, dat hij alles waaraan zij gehecht waren anders eiste en overhoop
haalde. Als oudere meende hij haar te moeten begeleiden in haar studie. Met
overhoren en trachten haar een strak regime van regelmaat bij te brengen, met
preken over de zegeningen van discipline en zelftucht. Als goeroe van het gezin
zou hij de lijnen uitzetten waarlangs zij zich gingen
ontplooien.
Hesta’s
filter klaarde daardoor snel op. Haar moeder zag hoe ze zich bezon op middelen
tot bevrijding. Ze wist van haar poging haar vader in drijfzand te laten
verdwijnen. Voor die oplossing zouden ze moeten wachten tot de zomer. En zo iets
radicaals wilde ze hem ook niet laten overkomen. Er waren andere tactieken voor
dergelijke situaties. En ook die moest haar dochter leren gebruiken. Ze werd
uiterst antiek vrouwelijk veeleisend verlangend. Tot haar genoegen zag ze haar
dochter zich deze techniek eveneens meester te maken. De resultaten bleven niet
uit. Langzaam maar zeker en vervolgens steeds sneller drong tot hun huisheer
door dat hij vooral benut werd, de twee vrouwen hem volledig begonnen uit te
buiten, met geraffineerde processen van verleiding en gedram over wat zij wilden
en wensten. Zo dreven ze hem naar een zelfbeleving in steeds meer opzichten te
handelen tegen zijn heilige principes. Niet in staat tot ruiterlijke erkenning
van zijn falen en zeker niet in voor willige onderwerping aan deze twee
vrouwelijke tirannen koos hij voor de vlucht. Een intieme relatie had gebeld om
zijn wijze raad en assistentie bij een probleem. Kon hij onmogelijk afwijzen.
Zijn afgang was totaal want nooit zagen ze hem weer.
En Hesta
was van haar psychose genezen, kreeg een begin van zicht op dit facet van haar
toekomstig leven. Geregeld zou haar filter rozerood verschieten. Als zoveel
vrouwen kon ze dan niet zonder deze dope. Maar dank zei deze les van haar moeder
in het consumeren en afhandelen van mannen wist ze te genieten van deze
verslaving en haar lokkende gaven volop te benutten. Na deze eerste ervaring was
dit ook altijd voor even, een incident, hoe verleidelijk ze ook leken in de die
eerste roes, die verblindende psychose, die ze toen had leren kennen, ervaren en
vrezen. Tevens had ze had geleerd hoe rap die verblinding bij mannen over was,
dat die slechts diende als prikkel tot veroveren en snel verdampte als de prooi
zich gevangen gaf of anderen opdoken.
‘Het is vuur dat water zoekt en
daarin vervolgens dooft,’ had haar moeder toen troostend
uitgelegd.
‘Maar goed ook. Niets erger dan
dat zo’n bewustzijnsvernauwing te lang duurt.’ Hesta
mocht graag nakaarten over de wijze lessen van haar moeder. Op weg naar de
gelagkamer voelde ze zich weer helemaal in de stemming wat ze op het oog hadden
te gaan nuttigen. Maar eenmaal aan tafel en genietend van hun laatste en wat te
overvloedige diner stelde ze voor die nacht voor elkaar te bestemmen. Even zag
ze bij Estrice iets van verbazing, maar daarna
dankbaarheid. Kennelijk had haar vriendin opgezien tegen weer een nacht met die
twee, waarvan ze wist dat ze ze niet vertrouwde.
Trouwens, ze waren al zo grondig verstrikt in de netten van drie andere vrouwen
zodat het nog een hele toer zou worden en eigenlijk ook niet meer netjes ze
daaruit te bevrijden. Het werd onbekommerd genieten van wat Estrice besteld had uit een van de beste Haagse keukens.
Tijdens de afsluiting met koffie en cognac kon ze toch niet kunnen nalaten de
jongste van de twee voor even aan hun tafel te ontbieden. Toen helemaal opgaand
in de cognac was haar ontgaan wat Estrice met hem had
besproken.
***